Understand spoken Dutch

Adjectives Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
But what did it see now in the clear water? Maar wat zag het nu in het heldere water?
Tom and Mary both have blue eyes. Tom en Mary hebben allebei blauwe ogen.
“Well, that is also a great pleasure!”, said the hen “Nu, dat is ook een heel plezier!” zei de kip.
and drink some swamp water en wat moeraswater te drinken
There are many different types of flowers in the garden. Er zijn allerlei soorten bloemen in de tuin.
It was a princess who stood outside in front of the gate. Het was een prinses, die buiten voor de poort stond.
I’m pretty sure that this is Tom’s umbrella. Ik ben er vrij zeker van dat dit de paraplu van Tom is.
You can trust him to keep his word. Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Leave that behind and teach your other children to swim! Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
the new annual report of 2022 het nieuwe jaarverslag van 2022
The next day it was beautiful, wonderful weather; the sun shone on all the green leaves. De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
I found one of my shoes under my bed, but I can’t find the other one. Ik heb één van mijn schoenen onder mijn bed gevonden, maar de andere kan ik niet vinden.
dead silent doodstil
a third een derde
Strike three! Derde slag!
black hair zwart haar
That’s too expensive. Dat is te duur.
Meat is expensive. Vlees is duur.
an expensive house een duur huis
black and white zwart en wit