“Kijk, zo gaat het nu in de wereld!” zei de moeder der eendjes, en zij stak haar snavel al uit, want zij wilde de palingkop ook wel hebben.”
“Ik denk, dat het wel krachtig zal worden; het weet zich ten minste nu al goed te verweren.”
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
We hebben al veel geleerd.
Tom en ik kennen elkaar al jaren.
Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.
al heb ik ook niet meteen een pasklaar alternatief
Ze hebben al gegeten.
boven zich hadden zij slechts het dak, waardoor de wind heenfloot, al mochten de grootste reten ook met stro en lompen dichtgestopt zijn.
Ze hebben er al een.
Het arme eendje had het al heel slecht.
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel.
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger
Dat was al daar.
Ze is ginder al hé.
O, kijk, daar komt de bus al aan!
Ik woon al drie jaar in Nederland.
Ik heb je al betaald.
Ik heb al genoeg gegeten.
Het is al zomer.