Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
He was caught lying. Hij werd betrapt op liegen.
He was caught red-handed with the stolen goods. Hij werd op heterdaad betrapt met de gestolen goederen.
He was cheating. Hij bedroog.
He was crushed by the bad news. Hij was verpletterd door het slechte nieuws.
He was exceptionally polite. Hij was buitengewoon beleefd.
He was just behind me. Hij was vlak achter mij.
he was looking forward to the new school year hij verheugde zich weliswaar op het nieuwe schooljaar
He was not aware of the danger. Hij was zich niet bewust van het gevaar.
He was present at the meeting. Hij was aanwezig tijdens de vergadering.
He was red with anger. Hij werd rood van woede.
He was sacked. Men heeft hem ontslagen.
He was the presumed leader of the group. Hij was de gedoodverfde leider van de groep.
He was treated kindly. Hij werd vriendelijk bejegend.
He wasn’t pearly white and translucent any more. Hij was niet parelwit en doorschijnend meer.
He went there in person. Hij ging er persoonlijk naar toe.
He went traveling in search of adventure. Hij ging reizen op zoek naar avontuur.
He went with her. Hij ging met haar mee.
He who buries his head in the sand today will grind his teeth tomorrow. Wie vandaag zijn kop in het zand steekt, knarst morgen met zijn tanden.
He will come afterwards. Hij zal nadien komen.
He will come to live with us. Hij zal bij ons komen wonen.