Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
Do you have any idea?	Heb je enig idee?	Learn
Do you have any rooms available?	Heeft u kamers vrij?	Learn
Do you have anything cheaper?	Heeft u iets goedkopers?	Learn
Do you have anything quieter?	Heeft u iets rustigers?	Learn
Do you have cheese?	Heeft u kaas?	Learn
Do you have children already?	Heb je al kinderen?	Learn
Do you have children?	Heb je kinderen?	Learn
Do you have difficulty urinating?	Heeft u moeite met plassen?	Learn
Do you have grandchildren?	Heeft u kleinkinderen?	Learn
Do you have lockers?	Heeft u bagagekastjes?	Learn
Do you have milk?	Heeft u melk?	Learn
Do you have news from your brother?	Heb je nieuws van je broer?	Learn
Do you have this in my size?	Heeft u dit in mijn maat?	Learn
Do you have tickets?	Heb je tickets?	Learn
Do you have to give way to the reversing red car?	Moet je voorrang verlenen aan de achteruitrijdende rode auto?	Learn
Do you have tuna fish?	Heeft u tonijn?	Learn
Do you know anybody who works in that building?	Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?	Learn
Do you know how I can get there?	Weet je hoe ik daar kan komen?	Learn
Do you know how to get there?	Weet je hoe je daar kunt komen?	Learn
Do you know this word?	Kennen jullie dit woord?	Learn