Understand spoken Dutch

Phrases Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
she could see into the room

zij kon in de kamer zien

she cooks

zij kookt

She attained everlasting fame through her work.

Zij kreeg eeuwige roem door haar werk.

they laughed and screamed

zij lachten en schreeuwden

She looked excited.

Zij leek opgewonden.

She laid good eggs, and the woman loved her as if she had been her own child.

Zij legde heerlijke eieren, en de vrouw had haar zo lief, alsof zij haar kind was.

They uttered a strange noise, spread their beautiful, long wings and flew away from those cold regions to warmer countries

Zij lieten een eigenaardig geluid horen, spreidden hun prachtige, lange vleugels uit en trokken uit de koude streken naar warmere landen

They all look exactly like their father; but that rascal doesn’t even come to visit me.

Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.

She made breakfast.

Zij maakte ontbijt.

They must endure a setback.

Zij moeten een tegenslag verduren.

She took the little girl in her arms, and they both flew upwards, towards the brightness and joy far above the earth, endlessly high.

zij nam het kleine meisje op haar arm, en beiden vlogen in glans en vreugde hoog boven de aarde, oneindig hoog.

She cleans the house every week.

Zij poetst het huis elke week.

They are trying to drive a wedge between you and us.

Zij proberen een wig tussen u en ons te drijven.

They went to great lengths to row the ship ashore, but failed.

Zij spanden zich nog meer in om het schip naar de wal te roeien, maar het lukte niet.

She plays the piano.

Zij speelt piano.

She lit another match.

Zij stak nog een lucifertje aan.

As they climbed higher and higher in the air, the ugly little duckling felt wonderfully weary

Zij stegen zo hoog, zo hoog, dat het het lelijke jonge eendje wonderlijk te moede werd

She again struck a match on the wall, and again it became bright around her; in the brightness stood her old grandmother, clear and shining, yet loving in her appearance.

Zij streek weer een lucifertje tegen den muur af, het werd weer helder, en in den glans daarvan stond haar oude grootmoeder, helder en glinsterend, vriendelijk en liefderijk.

She studies mathematics.

Zij studeert wiskunde.

she broke down

zij stukliep