ik dacht
maar daaraan dacht zij niet
Ik dacht dat je dat wist.
dacht het kleine meisje
Ja, daaraan dacht zij.
maar er kwamen geen eieren
Ik dacht dat je om Tom gaf.
Hij deed de deur open.
Tom begon te eten.
Ik deed het voor het geld.
Ze kwamen erachter.
en zij zeiden allemaal
Dat was wanneer mijn ellende begon.
hij vroeg me
ik vroeg haar
Ik vroeg mijn geld terug.
Tom dacht dat het pijn zou doen.
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
Hoeveel mensen kwamen niet?
ik nam