Niemand zit vooraan.
Hij schudt zijn hoofd.
Verwacht geen genade.
beantwoordt aan
Kan ik een stoel boeken?
Kan ik een tafel boeken?
Ze heeft immers gelijk.
Wat moet ik meenemen?
Verdient hij die rol?
Er zit een gat in je shirt.
Ze danst met hartstocht.
Het is kunstmatig.
De cavia is een knaagdier.
Ze heeft een tatoeage.
Het is een noodgeval.
Mijn kind moet hoesten.
Ik moet stofzuigen.
Afwijzing doet pijn.
Het gat is twee meter breed.
Hij heeft een piercing.