Ik heb keelpijn.
Kom naar beneden, alsjeblieft.
Uiteraard weet hij het antwoord.
Dit is wat ik drink wanneer ik bij Tom ben.
Ik heb een scheermes nodig.
Uiteraard ben ik niet zo oud als jij.
Ik ben erachter gekomen wie Toms vader is.
Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
Zie je Tom?
Zie eens! Zo!
hou niet van
Ik heb ijs nodig.
Ik moet slapen.
Welk boek lees je?
Ik heb wat zeep nodig.
Yanni moet werken.
Op welk adres woon je?
Het kan eender wie zijn.
Ik hou meer van je dan van wie ook.