Engels studeren
Het betoog was saai.
Tom is erg beleefd.
Hij heeft veel gezag.
Tom heeft geen gezag.
De uil is een roofvogel.
iemand in de tang nemen
Mag ik de rekening?
Geef me mijn ring terug.
op de kar springen
Jouw wens is mijn bevel.
Mag ik je iets vragen?
zijn zwaar getroffen
Ben je timmerman?
Vergeet je ellende.
Het is kwart over acht.
Ergens sloeg een klok.
Ik kan je niet volgen.
Hij is goed gebouwd.
Ik heb je al betaald.