We zijn hier veilig.
Ik begrijp je niet.
Wat soort hoed wil je?
te fluisteren
Ze fluisteren.
Wil je iets drinken?
Ik zie je vanavond.
Ik eet veel kalkoen.
Yanni is veilig hier.
Men is je vergeten.
Ik begrijp het niet.
Wat doen jullie straks?
Ik wil water drinken.
Werkt de machine nog?
Hoeveel papier wil je?
Ik ben het vergeten.
Wat zit er in deze dozen?
Wat doet deze machine?
Hij is heus niet zo slecht.
Waarom doen we het nu niet?