Tom werkt in Boston.
De auto stond in brand.
toen we het idee hadden
We zijn eindelijk vrij.
Vraag het eender wie.
Hebt u me bedrogen?
Paarden zijn dieren.
Tom heeft drie honden.
Wanneer slapen uilen?
Laat je haar knippen.
Ze hebben al gegeten.
Het was leuk in Boston.
Hoe bevalt deze stad u?
Trouwens, wat is je adres?
Hoe werken deze dingen?
Het kan eender wie zijn.
Toms huis is vlak bij de zee.
Het gebouw staat in brand.
Ik hou meer van je dan van wie ook.
Mag ik een fles witte wijn?