Dat neem je terug.
Mag ik een fles sap?
Het is niet mijn vak.
Dit is mijn keuze.
ik maak een keuze
Yanni is een klant.
Mag ik een glas wijn?
Mag ik een fles wijn?
Wie is die jongen?
Zij heeft kort haar.
Ik drink veel wijn.
Straks ga ik eten.
Ik ben gelukkig.
Is je vader dokter?
Ik heb bruine ogen.
Yanni is een vriend.
Wil je samen spelen?
Drink iets met me Tom.
Ze zal straks komen.
Ga in je kamer spelen.