Ze hoorden het slot opengaan.
wat leefden ze eenvoudig toen
ze zien de televisiequiz
ze gooiden brood en gerst in het water
maar blijkbaar leefden ze verkeerd
Ze zeggen me dat je verstrooid bent.
en nou zijn ze op de goeie weg
Ze kunnen geen dijken maken.
Het benijdde ze volstrekt niet.
Vreemd dat ze de zon aanbidden.
ze kochten zoethout voor een cent
Ze hebben me een gratis staal gestuurd.
een paar seconden lang konden ze geen vin verroeren
De wetten zijn er, maar ze worden niet nageleefd.
Ik kon ze er maar niet in krijgen; hoe ik ook kwakte, het hielp mij niemendal!
“Nee ik heb ze nog niet allemaal; het grootste ei ligt daar nog; hoe lang zal het nog wel duren, eer dat uitkomt?”
ze bevragen me
Ze knikten instemmend.
Ze reden samen op de tandem.
Ze hoorden het slot knarsen.