"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the branches	de takken
	the birds	de vogels
	the assignment	de opdracht
	the leaves	de bladeren
	the shoes	de schoenen
	Can I see in the kitchen?	Mag ik de keuken zien?
	the capital	de hoofdstad
	Why were you late for class?	Waarom was je te laat in de les?
	My mother is in the kitchen.	Mijn moeder staat in de keuken.
	Heaven knows what there was in the bed!	De hemel mag weten, wat er in het bed geweest is!
	the week	de week
	the need	de nood
	the fault	de fout
	the measure (short form)	de maat
	the earth	de aarde
	the group	de groep
	the wife	de vrouw
	the love	de liefde
	the shoe	de schoen
	the opinion	de mening