de straat
De kat was dood.
de koude lucht
de boerderij
de taal
de pijn
de bomen
de dieren
de koffie
de boeken
de zwanen
de overheid
de dierentuin
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
de hoek
de kater
de staten
de persoon
de functie