Hoe groot is je slaapkamer?
een spoedoverleg
Aan wie heb je het boek gegeven?
hij voelde een golf van opwinding
Tom kon zijn ogen niet geloven.
aardbeien met slagroom
Ik vraag me af of Tom eerlijk is.
Ik moet er een melding van maken.
Ze hebben het gevecht verloren.
het toiletpapier
De overige mensen waren te laat.
de opdrachtgever
zij zag ze nu als sterren aan den hemel
De handdoek is in de badkamer.
Het was het enige ding dat ik kon doen.
twee bestelwagens
de overige 26 landen
Ik spreek niet zo goed Nederlands.
Antwoord in volledige zinnen.
We hebben veel klanten verloren.