samenwonen
thuisonderwijs
Yanni kocht zijn eigen huis.
Ik zou graag op een boerderij willen wonen.
de klok
de keuken
keukenklok
Mag ik de keuken zien?
Mijn moeder staat in de keuken.
Zij wonen in het Verenigd Koninkrijk.
huisvrouw
het mooie huis
We wonen op aarde.
telefoonnummer
thuisomgeving
Uw boek ligt op tafel.
Het geld ligt op de tafel.
Mag ik uw telefoon gebruiken?
het dak
Tom vond zijn telefoon.