"has (3rd person singular)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	It makes no sense.	Het heeft geen betekenis.
	He is such a lucky guy.	Hij heeft zodanig veel geluk.
	He has dishonored the family.	Hij heeft de familie onteerd.
	Did everyone sleep well?	Heeft iedereen goed geslapen?
	Yanni paid for the popcorn.	Yanni heeft de popcorn betaald.
	Tom talked to the press.	Tom heeft met de pers gesproken.
	He has no respect for authority.	Hij heeft geen respect voor gezag.
	She only has a fever, but bad.	Ze heeft alleen koorts, maar behoorlijk.
	My region has a rich history.	Mijn gewest heeft een rijke geschiedenis.
	He has a foreign car.	Hij heeft een buitenlandse wagen.
	This project has regained momentum.	Dit project heeft weer schwung gekregen.
	Tom learned to swim last summer.	Tom heeft afgelopen zomer leren zwemmen.
	Someone told me Tom was allergic to wheat.	Iemand heeft me verteld dat Tom allergisch was voor tarwe.
	The school has clear guidelines for behaviour in the classroom.	De school heeft heldere richtlijnen voor gedrag in de klas.
	The company has branches in twelve European countries.	Het bedrijf heeft vestigingen in twaalf Europese landen.
	Do you have a safe?	Heeft u een kluis?
	He has big ears.	Hij heeft grote oren.
	He has pimples.	Hij heeft puisten.
	He has a gun.	Hij heeft een pistool.
	He has drool on his chin.	Hij heeft kwijl op zijn kin.