Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - A

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1457) B (646) C (1064) D (732) E (464) F (599) G (356) H (898) I (1474) J (111) K (71) L (449) M (626) N (334) O (349) P (775) Q (29) R (465) S (1572) T (6278) U (137) V (119) W (923) X (4) Y (314) Z (14)
English Dutch Recording Learn
a vowel

een klinker

a waste bin

een afvalbak

a water level

een waterpeil

a water level of one and a half meters high

een waterpeil van anderhalve meter hoog

a wax statue

een wassen standbeeld

a weapon of war

een oorlogswapen

a well

een put

a well-defined range of tasks

een afgelijnd takenpakket

a well-known saying

een bekend gezegde

A well-mannered duckling puts its feet outwards, just like its mother and father do.

Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.

A well-timed witty remark can do a lot.

Een goed getimede kwinkslag kan veel doen.

a white chicken with black speckles on her feathers

een witte kip met zwarte spikkels op haar veren

a white raven

een witte raaf

a whole drawer

een hele la

a whole new momentum

een hele nieuwe schwung

a wide grin

een brede grijns

a wild grab

een wilde graai

a winch

een lier

a witty remark

een kwinkslag

A witty remark makes the conversation fun.

Een kwinkslag maakt de conversatie leuk.

a wizard

een tovenaar

a wolf

een wolf

A word is divided into syllables.

Een woord wordt in lettergrepen verdeeld.

a worn-out marriage

een versleten huwelijk

a wreath

een krans

a wreath of thorny branches

een krans van doornige takken

a written notice

een schriftelijke mededeling

a written test

een schriftelijke proef

a; an

een

abbey

abdij

abductor

ontvoerder

about

ongeveer

about

omstreeks

About a billion people suffer from hunger and poverty.

Ongeveer een miljard mensen lijdt aan honger en ellende.

about it

erover

about this time

omstreeks deze tijd