die
die 21 juli de eed aflegde
Die avond na zonsondergang bracht men alle zieken en bezetenen bij Hem.
Die beweringen zijn onjuist.
die bij de bovenste trede op de loer lag
Die blaaskaak weet veel meer dan hij wil toegeven.
Die bromfiets is niet van mij.
Die dwaze grap maakte me aan het lachen.
die heel rijke kwal
Die helm heeft je leven gered.
die is het verstandigste schepsel, dat ik ken
die is vernietigd
Die koffie is lauw.
Die lege kisten nemen te veel plaats in.
Die man daar is dezelfde man die ik gisteren namiddag in het park zag.
Die mensen daar ken ik niet.
Die muggen verslinden mij levend!
Die nieuwe is nog de mooiste!
Die opgewekte stemming duurde niet lang.
die oude kraai
Die oude vrouwen zitten om eender wat te beuzelen.
Die peer is groen.
Die schijnheilige praat maar doet niets.
Die schrijver is bekend voor zijn spottende stijl.
die smeerlap
Die vent is toevallig een oplichter.
Die weerstand is nu helemaal weg.
die zelfvoldane grijns
Die zwarte tulband van jou is belachelijk.
dieet
dief
diefstal
dienblad
dienen
dienst
