"you (singular)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Keep your decency and bow to the old duck you see there: that is the most important of all; she is of Spanish descent, which is why she is so fat.	Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.
	Yes, I understand you.	Ja, ik versta je.
	Can I kiss you?	Mag ik je kussen?
	What kind of stuff do you want?	Wat voor spul wil je?
	Do you like beef?	Hou je van rundsvlees?
	What kind of music do you like?	Van welke muziek hou je?
	Do you like pork?	Hou je van varkensvlees?
	Do you have a match?	Heb je een lucifer?
	I’ll see you at lunch.	Ik zie je bij de lunch.
	Are you expecting any visitors?	Verwacht je bezoek?
	Would you like some popcorn?	Wil je wat popcorn?
	Are you a student here?	Ben je hier student?
	No, I don’t understand you.	Nee, ik versta je niet.
	I’ll call you as soon as I’m done.	Ik bel je zodra ik klaar ben.
	Can you recommend a bar?	Kun je een bar aanbevelen?
	I’ll get you some coffee.	Ik haal wat koffie voor je.
	That stuff’s bad for you.	Dat spul is slecht voor je.
	What do you prefer?	Wat heeft je voorkeur?
	We don’t understand you?	Begrijpen wij je niet?
	Does your head hurt often?	Heb je vaak hoofdpijn?