Understand spoken Dutch

"with (accompanying)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
No one could imagine the beautiful things she had seen, nor into what glory she had entered with her grandmother, on New Year’s Day.

Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.

Now he clapped his wings, stretched his slender neck, and cried joyfully, from the depths of his heart

Nu klapte hij met zijn vleugels, richtte zijn slanke hals op en jubelde van ganser harte

Our capital wants to force a place in the European gastronomic scene this stunt.

Onze hoofdstad wil met deze stunt een plaats afdwingen in de Europese gastronomische scène.

At the annual high mass of technology, many companies release news and product launches.

Op de jaarlijkse hoogmis van de technologie pakken veel bedrijven uit met nieuwtjes en productlanceringen.

in markets only food stalls

op markten alleen kraampjes met voeding

to show off with

pakken uit met

peaches and cream

perziken met slagroom

Toddlers like to draw with colors.

Peuters tekenen graag met kleurtjes.

Don’t talk to her right now.

Praat nu niet met haar.

Apply until 12 July.

Solliciteer tot en met 12 juli.

Stop moaning and get going.

Stop met zeuren en vertrek.

Stop whining.

Stop met zeuren.

Tasseography is nowadays treated with a lot of skepticism.

Tasseografie wordt tegenwoordig met veel scepsis bejegend.

At the same time the country is struggling with massive air pollution.

Tegelijkertijd worstelt het land met enorme luchtvervuiling.

tea with milk

thee met melk

tea with sugar

thee met suiker

When he saw the duckling, he approached it, broke the ice in pieces with his clog, and took the animal home to his wife.

Toen hij het eendje zag, ging hij er heen, trapte het ijs met zijn klomp aan stukken en bracht het dier naar zijn vrouw toe

Tom went to church with his parents every Sunday.

Tom ging iedere zondag met zijn ouders naar de kerk.

Tom has nothing in common with us.

Tom heeft niets gemeenschappelijk met ons.

Tom wasn’t satisfied with Mary’s answer.

Tom was niet tevreden met het antwoord van Mary.