Understand spoken Dutch

"were" Practice Dutch lesson

Recording English Sort ascending Dutch Status
“Look at that! Now we wil get additional ones, as if we are not enough already! And gosh! that one duckling looks so ugly! We don’t want that here! ”

“Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”

“I have also been fooled like that and it caused me a lot of work with my young ones, because they were afraid of the water.”

“Ik ben ook eens zo beetgenomen en had toen heel wat werk met mijn jongen, want zij waren bang voor het water!”

you were (plural)

jullie waren

Yanni and Skura were happy together.

Yanni en Skura waren gelukkig samen.

were

waren

We were just being honest.

We waren alleen maar eerlijk.

We were in love.

We waren verliefd.

we were

wij waren

Tom said that all his friends were drunk.

Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.

Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her.

Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.

They were sleeping.

Ze waren aan het slapen.

They were bright white and had long, flexible necks: they were swans

Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen

they were

zij waren

There were enough princesses; but he could not find out if they were real princesses.

Prinsessen waren er genoeg; maar of het echte prinsessen waren, kon hij niet te weten komen.

There were a lot of mosquitoes.

Er waren veel muggen.

There were a lot of flies.

Er waren veel vliegen.

Their legs went by themselves, and they were all in the water; even the ugly, greyish duckling swam along.

Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.

the torches were blown out

de toortsen waren uitgewaaid

The poor duckling was teased by all; even his sisters were angry with him and kept saying, “If only the cat grabbed you, you ugly creature!”

Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”

The next morning it took a long time before they were finally on the way.

De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.