"we" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	We eat a lot of pasta.	We eten veel pasta.
	We’re going skiing tomorrow.	We gaan skiën morgen.
	We hardly see him around here.	We zien hem hier amper.
	We are nearing the end.	We naderen het einde.
	We searched everywhere.	We hebben overal gezocht.
	It’s because we’re in a hurry.	Het is omdat we haast hebben.
	We’re architects.	We zijn architecten.
	We’re under attack.	We worden aangevallen.
	We held on tightly to the branch.	We hielden ons vast aan de tak.
	We want justice.	We willen gerechtigheid.
	We met before.	We hebben elkaar eerder ontmoet.
	We will have a math quiz tomorrow.	We hebben morgen een wiskunde toets.
	When the weather is nice, we eat on the terrace.	Als het mooi weer is, eten we op het terras.
	we are approaching the end of our leave	naderen we het einde van ons verlof
	I hope Tom doesn’t think that we hate him.	Ik hoop dat Tom niet denkt dat we hem haten.
	We have to make a reservation in advance.	We moeten van tevoren reserveren.
	We make fun of each other all the time.	We steken de hele tijd de draak met elkaar.
	Do we get a reward if we find him?	Krijgen we een beloning als we hem vinden?
	Why couldn’t we get through that barrier?	Waarom konden we niet door dat dranghek?
	We need to move the meeting.	We moeten de vergadering verschuiven.