"we" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Can we sit here?	Mogen we hier zitten?
	Where do we know each other from?	Waar kennen we elkaar van?
	Can we see the wine list?	Mogen we de wijnkaart zien?
	I wish we could help.	Ik wou dat we konden helpen.
	We were just being honest.	We waren alleen maar eerlijk.
	We must tell everybody what happened.	We moeten iedereen vertellen wat er is gebeurd.
	We have lunch at around three o’clock in the afternoon.	Omstreeks drie uur in de middag gaan we lunchen.
	We’ll fail.	We zullen falen.
	Can we see the menu?	Mogen we het menu zien?
	We will not fail.	We zullen niet falen.
	We’ve got five cats.	We hebben vijf katten.
	Let’s try it.	Laten we het proberen.
	We can’t fail again.	We kunnen niet weer falen.
	We have to wait for Tom.	We moeten op Tom wachten.
	Let’s play baseball.	Laten we honkballen.
	We can change.	We kunnen veranderen.
	We have to keep it going now.	We moeten het nu gaande houden.
	How long do we have to wait here?	Hoe lang moeten we hier wachten?
	We are prisoners in our own country.	We zijn gevangenen in ons eigen land.
	We need good employees.	We hebben goede medewerkers nodig.