Hij is een dappere man.
Dat zal Tom niet storen.
Ze spreekt eerder snel.
laat ze maar uitrazen
dat frustreert mij
Een oplegger is een aanhangwagen, die geen eigen vooras heeft en waarvan dus een belangrijk deel van het gewicht op het trekkend voertuig (de trekker) rust.
Dat is dus echt veel te krap.
want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt.
Ik moet bijblijven.
Ik zal dit moeten melden.
Hun zoon heeft autisme.
Deze handdoek voelt ruw aan.
De vacature is vervuld.
Toms hond blaft naar Mary.
Dat is jouw eigen schuld.
Kan men reserveren?
Tom klaagt voortdurend.
Dit is vernederend.
Je moet je haar nog kammen.
Elk overhemd is schoon.
