Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Will history judge us favorably?

Zal de geschiedenis gunstig over ons oordelen?

Your payment order has been successfully created.

Je betaalopdracht is met succes aangemaakt.

My position is that we need to cooperate.

Mijn stelling is dat we moeten samenwerken.

Too much protection makes children vulnerable.

Teveel bescherming maakt kinderen kwetsbaar.

Nothing will hinder my malicious plan.

Niets zal mijn kwaadaardig plan dwarsbomen.

Has anyone ever told you that you snore when you sleep?

Heeft iemand je ooit verteld dat je snurkt als je slaapt?

This medicine has no side effects.

Dit geneesmiddel heeft geen bijwerkingen.

The speaker’s assertion is dubious.

De bewering van de spreker is twijfelachtig.

The foreskin protects the sensitive skin beneath.

De voorhuid beschermt de gevoelige huid eronder.

The policy will only accelerate inflation.

Het beleid zal inflatie alleen maar versnellen.

Tom disobeyed a direct order from a superior officer.

Tom heeft een direct bevel van een meerdere genegeerd.

There’s no need for you to prepare a formal speech.

Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.

The gamekeeper is responsible for the game.

De jachtopziener is verantwoordelijk voor het wild.

He’s financially dependent on his wife.

Hij is financieel afhankelijk van zijn vrouw.

They refuse to take a detour because it’s shorter.

Ze weigeren een omweg te nemen omdat het korter is.

Tom drank all the orange juice.

Tom heeft al het sinaasappelsap opgedronken.

I urge that this plan be postponed.

Ik dring erop aan dat dit plan uitgesteld wordt.

Let the good food become a trap for them.

Laat het lekkere eten een valstrik voor hen worden.

Is the filing of your annual accounts in order?

Is de neerlegging van uw jaarrekening in orde?

This removes the last obstacle.

Daarmee is het laatste beletsel uit de weg geruimd.