Verbs (Present tense, 3rd person plural) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
Recording	EnglishThere are more similarities than differences between us.	DutchWe hebben meer overeenkomsten dan verschillen.	Status
Recording	EnglishThey worked hard to improve the presentation.	DutchZij hebben zich uit de naad gewerkt om de presentatie te verbeteren.	Status
Recording	EnglishAre these edible?	DutchZijn deze eetbaar?	Status
Recording	Englishthe bananas are yellow	Dutchde bananen zijn geel	Status
Recording	Englishwe are wise	Dutchwe zijn verstandig	Status
Recording	EnglishOwls hunt at night.	DutchDe uilen jagen ’s nachts.	Status
Recording	EnglishBoth of them stop there.	DutchZe stoppen daar allebei.	Status
Recording	EnglishWhat are the remaining options?	DutchWat zijn de overige opties?	Status
Recording	EnglishAre you guys really related?	DutchZijn jullie echt verwant?	Status
Recording	EnglishAre starfish edible?	DutchZijn zeesterren eetbaar?	Status
Recording	EnglishWe have taken office.	DutchWij zijn aangetreden.	Status
Recording	Englishto scare the hell out of you	Dutchde stuipen op het lijf te jagen	Status
Recording	EnglishOwls hunt mainly at night.	DutchUilen jagen vooral ’s nachts.	Status
Recording	EnglishLet’s skip class.	DutchLaten we de les overslaan.	Status
Recording	EnglishWhat are the different options?	DutchWat zijn de verschillende opties?	Status
Recording	EnglishLet’s live life together!	DutchLaten we het leven samen beleven!	Status
Recording	EnglishSuch claims are unproven.	DutchZulke beweringen zijn niet bewezen.	Status
Recording	EnglishYanni can stop whenever he wants.	DutchYanni kan stoppen wanneer hij wil.	Status
Recording	EnglishThere are no roses without thorns.	DutchEr zijn geen rozen zonder doornen.	Status
Recording	EnglishWe’ll contact him.	DutchWe zullen contact met hem opnemen.	Status