Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 3rd person plural) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
We are by far the largest party in the country. Wij zijn met vlag en wimpel de grootste partij van het land.
Distribution centres have sufficient stock. Distributiecentra hebben voldoende voorraad.
Then you have no right to express an opinion when sensible people are speaking. Dan mag je ook geen mening hebben, als verstandige lieden met elkaar spreken.
A well-mannered duckling puts its feet outwards, just like its mother and father do. Een welopgevoed eendje zet zijn poten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen.
Most lunch boxes of students in Flemish primary schools are full. De meeste brooddozen van leerlingen in Vlaamse basisscholen zijn gevuld.
Children should always be supervised at the pool to prevent drowning. Kinderen moeten altijd onder toezicht zijn bij het zwembad om verdrinking te voorkomen.
In that way other airlines are grabbed by the short and curlies. Op die manier worden andere luchtvaartmaatschappijen in de tang genomen.
I was surprised that the laws on home education in that country are very different compared to the laws in the United States. Ik verbaasde me erover dat de wetten over thuisonderwijs in dat land heel verschillend zijn in vergelijking met de wetten in de Verenigde Staten.
We’re not deaf. We zijn niet doof.
Horses run. Paarden rennen.
They’re identical. Ze zijn identiek.
We hardly see him around here. We zien hem hier amper.
Horses run fast. Paarden rennen snel.
Owls are cute. Uilen zijn schattig.
They’re traitors. Zij zijn verraders.
Are they hiding something? Verbergen zij iets?
They are hiding. Zij verbergen zich.
and now they are on the right track en nou zijn ze op de goeie weg
Where are there a lot of hotels? Waar zijn er veel hotels?
The Alps are a mountain range. De Alpen zijn een gebergte.