Verbs (Present tense, 1st person singular) 9 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I adore	ik aanbid
	I adore you.	Ik aanbid u.
	I listen	ik luister
	I appreciate	Ik waardeer
	I remember.	Ik herinner me.
	Listen to the sentence.	Luister naar de zin.
	Cherish every moment.	Koester elk moment.
	Why are you whispering? (you singular)	Waarom fluister je?
	I promise you that you are safe.	Ik beloof je dat je veilig bent.
	I appreciate your commitment.	Ik waardeer je toezegging.
	Whisper in my ear, Mary.	Fluister in mijn oor, Maria.
	Would you like to join us and become a migratory bird?	Wil je met ons meegaan en trekvogel worden?
	I have been lying on something hard, so that I look bruised all over my body!	Ik heb op iets hards gelegen, zodat ik er over mijn hele lijf bont en blauw uitzie!