Understand spoken Dutch

Verbs (present participle) 1 Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Recording
EnglishYanni turned fourteen. DutchYanni is veertien geworden. Status
Recording
EnglishSpring had arrived. DutchHet was lente geworden. Status
Recording
Englishjoined Dutchlid geworden Status
Recording
Englishto wake up Dutchwakker worden Status
Recording
EnglishI woke up just before Tom did. DutchIk werd vlak voor Tom wakker. Status
Recording
EnglishI hope I didn’t wake you up. DutchIk hoop dat ik je niet wakker heb gemaakt. Status
Recording
EnglishHe quickly adjusted to the new situation. DutchHij is de nieuwe situatie rap gewoon geworden. Status
Recording
EnglishI became a member of the club ten years ago. DutchIk ben tien jaar geleden lid van de club geworden. Status
Recording
Englishhas become worthless Dutchwaardeloos geworden Status
Recording
EnglishShe woke up angry. DutchZe werd toornig wakker. Status
Recording
EnglishHe turned traitor. DutchHij is een verrader geworden. Status
Recording
Englishand on the hedge sat a raven and made her complain Dutchen op de heg zat een raaf en deed haar klagend gekras horen Status
Recording
English“It has been in the egg for too long, and that is why it has become deformed!a little!” Dutch“Het heeft te lang in het ei gezeten, en daardoor is het wat mismaakt geworden!” Status
Recording
EnglishA chirp was heard, and all the animals of the eggs came alive and stuck their heads out of the egg shells. DutchEen gepiep deed zich horen, en al de dooren van de eieren waren levend geworden en staken de kopjes uit de schalen. Status
Recording
EnglishThe clamp can be adjusted to different thicknesses. DutchDe klem kan worden aangepast aan verschillende diktes. Status
Recording
EnglishExperiments have shown that this statement is correct. DutchExperimenten hebben aangetoond dat deze bewering juist is. Status