Understand spoken Dutch

Verbs (infinitives) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
His witty remark made everyone laugh. Zijn kwinkslag deed iedereen lachen.
Life is short, you have to enjoy it! Het leven is kort, je moet er van genieten.
I want to talk to the British embassy. Ik wil met de Britse ambassade spreken.
Tom wasn’t able to hide his excitement. Tom kon zijn opwinding niet verbergen.
You’ll only embarrass yourself. Je zult jezelf alleen maar voor schut zetten.
Why did you decide to buy this house? Waarom heb je besloten dit huis te kopen?
She can’t resist complaining. Ze kan het niet laten om te vitten.
when you need to speak French wanneer er Frans gesproken moet worden
the making of images of the gods het maken van de godenbeelden
Can you recommend a good play? Kunt u een goed toneelstuk aanbevelen?
I wonder if Tom knew we had to do that. Ik vraag me af of Tom wist dat we dat moesten doen.
Did you manage to get a hold of Tom? Heb je Tom te pakken kunnen krijgen?
Tom can make me feel better after a bad day. Tom kan me beter doen voelen na een slechte dag.
I know that I have to improve my Dutch. Ik weet dat ik mijn Nederlands moet verbeteren.
Let’s figure out a better way to do this. Laten we een betere manier verzinnen om dit te doen.
If you want to try it, go ahead and try it. Als je het wil proberen, ga je gang en probeer het.
Can I pay by credit card? Kan ik met een kredietkaart betalen?
We shouldn’t make fun of him so often. We zouden niet zo vaak de draak met hem moeten steken.
I try to swim a kilometer a day. Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.
The redevelopment of the park will take several months. De heraanleg van het park zal enkele maanden duren.