Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	We only have one thing left to do.	We moeten maar één ding meer doen.
	The reason for this is plain.	De reden hiervoor is duidelijk.
	I’m grateful for your help.	Ik ben je dankbaar voor je hulp.
	See, that is true history!	Zie, dat is een ware geschiedenis!
	Splash! there she jumped into the water.	Plof! daar sprong zij in het water.
	That is strongly discouraged.	Dat wordt sterk afgeraden.
	You can’t give me orders.	U kunt me geen enkel bevel geven.
	That was a difficult test.	Dat was een moeilijke test.
	Nobody else showed up.	Niemand anders kwam opdagen.
	Be polite to everyone.	Wees tegen iedereen beleefd.
	Be polite to your parents.	Wees beleefd tegen je ouders.
	They came to an arrangement.	Ze kwamen tot een schikking.
	When are we going to the beach?	Wanneer gaan we naar het strand?
	He felt a wave of excitement.	Hij voelde een golf van opwinding.
	We are not made of sugar.	We zijn niet van suiker gemaakt.
	Tom couldn’t believe his eyes.	Tom kon zijn ogen niet geloven.
	He turned up an hour later.	Hij kwam een uur later opdagen.
	I almost tripped.	Ik ben bijna gestruikeld.
	I’ve got to report it.	Ik moet er een melding van maken.
	They lost the battle.	Ze hebben het gevecht verloren.