Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	How do you like this town?	Hoe bevalt deze stad u?
	It could be anyone.	Het kan eender wie zijn.
	Do you have news from your brother?	Heb je nieuws van je broer?
	London is a big city.	Londen is een grote stad.
	I felt cheated.	Ik voelde me bedrogen.
	I was deceived by him.	Hij heeft me bedrogen.
	Tom tricked me.	Tom heeft me bedrogen.
	Does he like his new job?	Bevalt zijn nieuwe baan?
	I’m just going to the toilet.	Ik ga even naar het toilet.
	It rained the whole day.	De regen hield de hele dag aan.
	You’re a very rich person.	Je bent een erg rijk persoon.
	How much will it cost?	Hoeveel gaat het kosten?
	I need an umbrella.	Ik heb een paraplu nodig.
	This isn’t my umbrella.	Het is niet mijn paraplu.
	Have you ever cheated on me?	Heb je me ooit bedrogen?
	Anybody could do this.	Iedereen zou dit kunnen.
	Where is the bus to London?	Waar is de bus naar Londen?
	to make a decision	een beslissing nemen
	You betrayed yourself.	Je hebt jezelf bedrogen.
	Please leave Tom alone.	Laat Tom alsjeblieft met rust.