Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Where is there a bakery?	Waar is de bakkerij?
	I shower almost every day.	Ik douch bijna elke dag.
	to respect (long form)	te eerbiedigen
	It’s six of one and half-a-dozen of the other.	’t Is lood om oud ijzer.
	I was used to the heat.	Ik was gewend aan de hitte.
	Nobody lives forever.	Niemand leeft eeuwig.
	My shoes squeak.	Mijn schoenen piepen.
	Do you like this perfume?	Bevalt deze parfum je?
	It was a cowardly attempt.	Het was een laffe poging.
	pay and complete	betalen en afronden
	fairer is better	eerlijker is beter
	which has been destroyed	die is vernietigd
	when they were leaving	toen zij weggingen
	to restart	opnieuw opstarten
	I want to check out.	Ik wil vertrekken.
	Peel the cucumbers.	Pel de komkommers.
	What you say is correct.	Wat je zegt is correct.
	Yanni had a flat tire.	Yanni had een platte band.
	When are you going to Vienna?	Wanneer ga je naar Wenen?
	He cut open his skin.	Hij sneed zijn huid open.