Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Order a drink for me.	Bestel een drankje voor mij.
	He had nightmares.	Hij had nachtmerries.
	Let’s skip class.	Laten we de les overslaan.
	The carpenter uses a clamp.	De timmerman gebruikt een klem.
	Switching is important.	Schakelen is belangrijk.
	Every cloud has a silver lining.	Achter de wolken schijnt de zon.
	They heard the lock open.	Ze hoorden het slot opengaan.
	be humble and kind	wees nederig en vriendelijk
	His face glowed with excitement.	Zijn gezicht glom van opwinding.
	Yanni went to a local bar.	Yanni ging naar een lokale bar.
	Is there a local specialty?	Is er een lokale specialiteit?
	You can see it with the naked eye.	Dat kan je met het blote oog zien.
	That was a difficult test.	Dat was een moeilijke test.
	Tom can’t bear it.	Tom kan het niet verdragen.
	He keeps surprising me.	Hij verrast mij telkens weer.
	Tom never liked Mary.	Tom heeft Mary nooit gemogen.
	He needs to tow the car away.	Hij moet de auto wegslepen.
	She buckled her shoes.	Ze gespte haar schoenen dicht.
	We’re going to have a lot of fun.	We gaan veel plezier beleven.
	I was suspicious.	Ik was achterdochtig.