Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	When will this train arrive in Brussels?	Wanneer komt deze trein aan in Brussel?
	Tom and I were born on the same day.	Tom en ik zijn op dezelfde dag geboren.
	When does the train for Brussels leave?	Wanneer vertrekt de trein naar Brussel?
	He gets his hair cut once a month.	Hij laat zijn haar eens per maand knippen.
	Tom lives near the airport.	Tom woont vlak bij de luchthaven.
	Tom and Mary live on the same floor.	Tom en Mary wonen op dezelfde verdieping.
	Let me get straight to the point.	Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen.
	It won’t be easy for you.	Het zal niet gemakkelijk zijn voor jou.
	There are many different types of flowers in the garden.	Er zijn allerlei soorten bloemen in de tuin.
	Tom’s house was easy to find.	Tom zijn huis was gemakkelijk te vinden.
	I’m pretty sure that this is Tom’s umbrella.	Ik ben er vrij zeker van dat dit de paraplu van Tom is.
	Why do people keep making the same mistakes?	Waarom maken mensen telkens dezelfde fouten?
	London is the capital of the United Kingdom.	Londen is de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk.
	The capital of the United Kingdom is London.	De hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk is Londen.
	If you will be hard on yourself, life will be easy on you.	Als je hard voor jezelf bent, zal het leven gemakkelijk voor je zijn.
	Government contracts are important.	Overheidsopdrachten zijn belangrijk.
	let go	laat los
	I was looking for	ik zocht
	house boat	woonboot
	Don’t let go.	Laat niet los!