Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	It is really so.	Het is heus zo.
	driving ban	rijverbod
	to drink (long form)	te drinken
	Tom wants revenge.	Tom wil wraak.
	is falling apart	valt uit elkaar
	tell me something	vertel me iets
	What’s tormenting you?	Wat zit je dwars?
	What’s wrong?	Wat zit je dwars?
	Is something bothering you?	Zit je iets dwars?
	Is this what you’ve been looking for?	Is dit wat je zocht?
	It falls apart.	Het valt uit elkaar.
	to study hard	hard studeren
	Tell me your name.	Vertel me je naam.
	we are honest	we zijn eerlijk
	What’s bothering her?	Wat zit haar dwars?
	What happened?	Wat is er gebeurd?
	Stop whispering.	Stop met fluisteren.
	Tell Tom why.	Vertel Tom waarom.
	Can we sit here?	Mogen we hier zitten?
	How did it happen?	Hoe is dat gebeurd?