Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I wish I’d been born Canadian.	Was ik maar als Canadees geboren.
	I was lost in the crowd.	Ik raakte verdwaald in de menigte.
	I need a pain reliever.	Ik heb een pijnstiller nodig.
	that is so unpredictable	dat is zo onvoorspelbaar
	What is the exchange rate?	Wat is de wisselkoers?
	Yanni is popular in his school.	Yanni is populair in zijn school.
	I can’t reveal my source.	Ik kan mijn bron niet onthullen.
	They deported Tom.	Ze hebben Tom gedeporteerd.
	I wanted to hire a coach.	Ik wilde een touringcar huren.
	There are no comments yet.	Er zijn nog geen opmerkingen.
	Tom was assigned that task.	Tom kreeg die taak toegewezen.
	This dress meets my taste.	Deze jurk voldoet aan mijn gading.
	They were treated rudely.	Zij werden onbeleefd bejegend.
	We will have a math quiz tomorrow.	We hebben morgen een wiskunde toets.
	The thieves split up their loot.	De dieven verdeelden hun buit.
	She wiped the drool off her mouth.	Ze veegde het kwijl van haar mond af.
	I wonder whether Tom was murdered.	Ik vraag me af of Tom vermoord was.
	He discovered a new star.	Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.
	Try to calm down.	Probeer te kalmeren.
	I wish you a lot of warmth in chilly grey days.	Ik wens je wat warmte in kil-grijze dagen.