Verbs (all parts) 31 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the bell	de bel
	Call your mother!	Bel je moeder!
	The dog ate the cake.	De hond at de taart.
	Please telephone him.	Bel hem alsjeblieft op.
	I’ll call you as soon as I’m done.	Ik bel je zodra ik klaar ben.
	Horses eat grass.	Paarden eten gras.
	The stall at the market is busy.	De kraam op de markt is druk.
	thank you	dank u wel
	Get up early.	Sta vroeg op.
	Do you like fish?	Hou je van vis?
	I’m behind him.	Ik sta achter hem.
	follow the policy	volg het beleid
	Do you like pork?	Hou je van varkensvlees?
	What kind of music do you like?	Van welke muziek hou je?
	Whenever I think of you, I thank God.	Telkens als ik aan u denk, dank ik God.
	You’ll only embarrass yourself.	Je zult jezelf alleen maar voor schut zetten.
	and as soon as they were out of his sight, he dived under the water until the bottom, and when he rose again he was almost beside himself with excitement	en zodra deze niet meer te zien waren, dook het onder tot op de grond en toen het weer boven kwam, was het als buiten zich zelf