Understand spoken Dutch

"to do" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
What should I do if my wife snores?

Wat moet ik doen als mijn vrouw snurkt?

Tom can make me feel better after a bad day.

Tom kan me beter doen voelen na een slechte dag.

What do you want to do on Monday?

Wat wil je doen op maandag?

to go grocery shopping

boodschappen doen

but the duckling thought they would harm him; and in his fear he flew into the milk pail, so the milk was splashed all over the room

maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte

Yanni needs to do this slowly.

Yanni moet dit traag doen.

to do housework

het huishouden doen

Tom forgot to mail the letter.

Tom vergat de brief op de post te doen.

it will be especially beneficial to get out again

het zal vooral deugd doen om weer buiten te komen

Two robots doing pole dancing with lots of dedication.

Twee robotten doen met veel overgave aan paaldansen.

to do the dishes

de afwas doen

A single match would do her good, if she would dare to take one from a box, strike it against the wall to warm her fingers.

Één enkel lucifertje zou haar wel goed doen, als zij er maar één uit een doosje durfde nemen, dit tegen den muur afstrijken en zich de vingers daaraan warmen.

a cumbersome way of doing things

een omslachtige manier van doen

When a 16-year-old does the same thing, that is deviant behaviour and can be responded to.

Waneer een 16-jarige hetzelfde zou doen, is dat afwijkend gedrag en kan er wel op gereageerd worden.