"times (occassion)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	times (occassion)	keer
	this time	deze keer
	once more	nog een keer
	I don’t think anyone would want to read this book a second time.	Ik denk niet dat iemand dit boek een tweede keer zou willen lezen.
	Yesterday was the first time I’ve ever seen Tom drunk.	Ik heb Tom gisteren voor de eerste keer dronken gezien.
	I’ve been married three times.	Ik ben drie keer getrouwd geweest.
	Repeat once more.	Herhaal dit nog een keer.
	about-turn	keer
	You are also required to submit your child’s school attendance four times a year.	Je bent ook verplicht de schoolaanwezigheid van je kind vier keer per jaar in te dienen.
	In my state, Florida, families just have to send a letter of intention to the government and once a year the test results.	In mijn staat, Florida, moeten families alleen een brief van voornemen naar de overheid sturen en één keer per jaar de testuitslagen.
	Plaice is ‘Fish of the year’ for the sixth time.	De pladijs is voor de zesde keer de ‘Vis van het jaar’.