maar daaraan dacht zij niet
maar zij had een slecht gezicht, en daarom dacht zij, dat het eendje een vette eend was, die verdwaald was geraakt
maar het eendje dacht, dat zij hem kwaad wilden doen en vloog in zijn angst juist in het melkvat, zodat de melk overal in de kamer rondspatte
Het dacht aan, hoe het vervolgd en bespot was, en hoorde nu allen zeggen, dat het de mooiste van al die mooie vogels was.
Haar Engels was onberispelijk; ik dacht niet dat ze een buitenlander was.
Ik dacht dat je om hem gaf.
Ik dacht dat je om Tom gaf.
Ik dacht dat je dat wist.
Ik dacht dat je zwanger was.
Ik dacht niet helder na.
het dacht er waarlijk niet aan te trouwen
De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar, dat in prachtige lokken op haar schouders neergolfde; maar daaraan dacht zij niet.
dacht het kleine meisje
dacht de oude koningin
Tom zei dat hij dacht dat ik lui was.
Tom dacht dat het pijn zou doen.
Ja, daaraan dacht zij.
“Het is te groot!” zeiden allen, en de kalkoense haan, die met sporen ter wereld gekomen was en daarom dacht, dat hij keizer was, blies zich op als een schip met volle zeilen en kwam op hem af; toen klokte hij en werd zijn kop vuurrood.
“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.