Understand spoken Dutch

"they (short form)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
The next morning it took a long time before they were finally on the way.

De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.

The laws are there, but they are not observed.

De wetten zijn er, maar ze worden niet nageleefd.

for a few seconds they couldn’t move a muscle

een paar seconden lang konden ze geen vin verroeren

And that is what they did; but the other ducks around looked at them and said to each other:

En dat deden zij; maar de andere eenden in de rondte bekeken ze en zeiden tegen elkaar:

and now they are on the right track

en nou zijn ze op de goeie weg

And now all the little ducks hurried, as much as they could, and they emerged from the eggs and looked everywhere under the green leaves; and the mother let them look, as much as they wanted; because green is good for the eyes.

En nu haasten zich al de kleine eendjes, wat zij konden, en zij kwamen uit de eieren te voorschijn en keken naar alle kanten onder de groene bladeren; en de moeder liet ze kijken, zoveel als zij maar wilden; want groen is goed voor de ogen.

It didn’t envy them at all.

Het benijdde ze volstrekt niet.

They’ll never find us here.

Hier zullen ze ons nooit vinden.

I couldn't get them in; no matter how much it quacked, it didn't help me!

Ik kon ze er maar niet in krijgen; hoe ik ook kwakte, het hielp mij niemendal!

I listened carefully to what they said.

Ik luisterde goed naar wat ze zeiden.

I know what they’re going to do.

Ik weet wat ze gaan doen.

but apparently they lived wrongly

maar blijkbaar leefden ze verkeerd

Tom and Mary weren’t able to eat as much as they wanted.

Tom en Mary konden niet zoveel eten als ze wouden.

A lot of women buy shoes one size too small, because they find them prettier.

Veel vrouwen kopen schoenen een maat te klein, omdat ze dat mooier vinden.

Strange that they worship the sun.

Vreemd dat ze de zon aanbidden.

how simply they lived back then

wat leefden ze eenvoudig toen

what they did was heroic

wat ze deden was heldhaftig

they question me

ze bevragen me

They think maybe Tom had a heart attack.

Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had.

they threw bread and barley into the water

ze gooiden brood en gerst in het water