Understand spoken Dutch

"The ugly young duckling" Practice Dutch lesson

Recording English Sort descending Dutch Status
The storm roared around the duckling so bad that it had to sit down so it would not blow over.

De storm gierde zo verschrikkelijk om het eendje heen, dat het moest gaan zitten, om niet omver te waaien.

The ugly young duckling

Het lelijke jonge eendje

the wind tore them off, so they danced around, and up in the air it was ice cold

de wind rukte ze af, zodat zij in de rondte dansten, en boven in de lucht was het snerpend koud

The woman clapped her hands together, which made him fly first into the butter churn, and then into the meal-tub

De vrouw sloeg de handen in elkaar, waarop het eerst in het botervat en toen in de meelton vloog

The woman screamed, and struck the poor animal with the tongs.

De vrouw schreeuwde en sloeg met de tang naar het arme beest.

Their legs went by themselves, and they were all in the water; even the ugly, greyish duckling swam along.

Hun poten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het lelijke, grauwe eendje zwom mee.

Then you have no right to express an opinion when sensible people are speaking.

Dan mag je ook geen mening hebben, als verstandige lieden met elkaar spreken.

there is no one in the world cleverer than she is

wijzer dan zij is niemand op de wereld

There it lay down quite exhausted

Daar bleef het geheel uitgeput liggen.

There it revived.

Daar kwam het weer bij.

these clapped louder than before and carried him strongly from here

deze klapten luider dan vroeger en droegen hem krachtig van daar

They all look exactly like their father; but that rascal doesn’t even come to visit me.

Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.

they are all beautiful except that one

zij zijn allemaal mooi, behalve dat ene

They clapped their wings, and swam proudly in the water.

Zij klapten met hun vleugels en zwommen fier in het water.

they laughed and screamed

zij lachten en schreeuwden

They saw him and rushed towards him with clapping wings.

Deze zagen hem en kwamen met klappende vleugels op hem af.

they threw bread and barley into the water

ze gooiden brood en gerst in het water

They uttered a strange noise, spread their beautiful, long wings and flew away from those cold regions to warmer countries

Zij lieten een eigenaardig geluid horen, spreidden hun prachtige, lange vleugels uit en trokken uit de koude streken naar warmere landen

They were bright white and had long, flexible necks: they were swans

Zij waren spierwit en hadden lange, buigzame halzen: het waren zwanen

till the sunshine came into the room through the open door

daar drong de zonneschijn in het huisje door