de gebarsten spiegel
de heenwedstrijd
dan mikken we op de vrouwen
de kruidenkassen
de wetenschapper
de begraafplaats
de smetteloze keuken
de paddenstoelen
de medeplichtige
de nationaliteit
Je moet zweren op de Bijbel.
“De andere eendjes zien er allerliefst uit,” zei de oude eend; “doe maar, alsof je thuis waart, en als je een palingkop vindt, dan kun je die wel aan mij brengen.”
de gedetineerden
de ondernemingen
de schoonfamilie
An zit in de tuin een boek te lezen.
Ik heb met de kassa gewerkt.
De tafel is gedekt voor drie.
De kist bevatte gouden munten.
de zuiverste edelsteen