"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the instructions	de aanwijzingen
	the skills	de bekwaamheden
	the anxiety	de ongerustheid
	the granddaughter	de kleindochter
	the courtyard	de binnenplaats
	the wallet	de portefeuille
	the elections	de verkiezingen
	the supermarkets	de supermarkten
	the ceremony	de plechtigheid
	and now they are on the right track	en nou zijn ze op de goeie weg
	to be curious	de pieren uit de neus halen
	the youth hostel	de jeugdherberg
	the rioters	de relschoppers
	the foreigner	de buitenlander
	the sexuality	de seksualiteit
	the demonstration	de demonstratie
	the punctuation	de interpunctie
	the descendant	de afstammeling
	the destruction	de vernietiging
	the domination	de overheersing