"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the job application	de sollicitatie
	the jeans	de spijkerbroek
	the arrival of spring.	de aantocht van de lente
	the gusts of wind	de rukwinden
	The retaliation was severe.	De vergelding was streng.
	the shorts	de korte broek
	The train is arriving soon.	De trein is in aantocht.
	the approach of winter	de aantocht van de winter
	the aviation	de luchtvaart
	the film camera	de filmcamera
	He looked for the key.	Hij zocht naar de sleutel.
	the strangers	de vreemdelingen
	He made it public.	Hij hing het aan de grote klok.
	the strawberry jam	de aardbeienjam
	The bill please.	De rekening alstublieft.
	Tom also likes to play the flute.	Tom speelt ook graag de fluit.
	He always makes a fool of others.	Hij spot altijd met de anderen.
	the goals	de doelstellingen
	He is on the edge of the abyss.	Hij staat op de rand van de afgrond.
	the map	de plattegrond