"the" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the clothes shop	de kledingwinkel
	the women’s rights	de vrouwenrechten
	How do I get to the airport?	Hoe kom ik bij de luchthaven?
	When does the bus for Brussels leave?	Wanneer vertrekt de bus naar Brussel?
	When does the train for Brussels leave?	Wanneer vertrekt de trein naar Brussel?
	I am a citizen from the United States.	Ik ben een burger uit de Verenigde Staten.
	the religion	de godsdienst
	Tom lives near the airport.	Tom woont vlak bij de luchthaven.
	There are many different types of flowers in the garden.	Er zijn allerlei soorten bloemen in de tuin.
	I’m pretty sure that this is Tom’s umbrella.	Ik ben er vrij zeker van dat dit de paraplu van Tom is.
	the citizen	de staatsburger
	The capital of the United Kingdom is London.	De hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk is Londen.
	London is the capital of the United Kingdom.	Londen is de hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk.
	The assignments must be completed by the end of the week.	De opdrachten moeten voor het einde van de week klaar zijn.
	the degree	de mate
	the church	de kerk
	the bank	de bank
	the mouth	de mond
	the neck	de hals
	the vote	de stem