Understand spoken Dutch

"that" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
How much time will that take?

Hoe lang gaat dat duren?

How did you know Tom and Mary were the ones who stole your saxophone?

Hoe wist je dat Tom en Mary degenen waren die je saxofoon hadden gestolen?

Keep your decency and bow to the old duck you see there: that is the most important of all; she is of Spanish descent, which is why she is so fat.

Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.

I understand that he’s angry.

Ik begrijp dat hij boos is.

I promise you that you are safe.

Ik beloof je dat je veilig bent.

I’m afraid that I don’t understand that.

Ik ben bang dat ik dat niet begrijp.

I’m glad you weren’t there.

Ik ben blij dat je er niet was.

I thought you knew that.

Ik dacht dat je dat wist.

I thought you cared about him.

Ik dacht dat je om hem gaf.

I thought you cared about Tom.

Ik dacht dat je om Tom gaf.

I thought you were pregnant.

Ik dacht dat je zwanger was.

I think that’s very important.

Ik denk dat dat heel belangrijk is.

I think this is my bicycle.

Ik denk dat dit mijn fiets is.

I think what you’re saying is true.

Ik denk dat het waar is wat je zegt.

I think I hear a baby crying.

Ik denk dat ik een baby hoor wenen.

I think that I can find Tom.

Ik denk dat ik Tom kan vinden.

I think you’re old enough.

Ik denk dat je oud genoeg bent.

I’m guessing you didn’t buy this yourself.

Ik denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.

I think home education is a reasonable educational choice.

Ik denk dat thuisonderwijs een redelijk educatieve keuze is.

I think Tom is in his garden.

Ik denk dat Tom in zijn tuin is.